ANALFABETISME EEN ZEGENING?

Ingezonden stuk gepubliceerd in NRC op 14 september 2002 (HIER voor origineel)

door: Dirck van Bekkum cultureel antropoloog

Het analfabetisme artikel afgelopen zaterdag over het onderzoek van Jeanne Kurvers ademt West-Europees etnocentrisme. De spelletjes, testen en experimenten die mevrouw Kurvers inzet lijken bedacht met alfabetisme als norm. Ik betwijfel bijvoorbeeld of het syllogisme als testinstrument interculturele validering zal doorstaan. Syllogisme als (taal)logica is niet universeel menselijk. De mensen die zij onderzoekt zijn cultureel divers. Die combinatie maakt het fundament van haar methodologisch kader kwetsbaar.

Als antropoloog begeleid ik al jaren professionals die Roma en Sinti ondersteunen om hun participatie aan de Nederlandse samenleving te vergroten. Niet willen leren lezen en schrijven keert telkens terug als een breekpunt. Jaren geleden ontmoette ik een Roma die op latere leeftijd lezen en schrijven had geleerd. Hij werd uiteindelijk schrijver en antwoordde op mijn vraag de naar weerstand tegen alfabetisering. `Mijn familie vindt dat ik eigenlijk geen Roma meer ben. Want ik lees van alles wat niet belangrijk voor Roma is. En ik schrijf dingen op óver onze cultuur die niet bevroren kunnen worden. Sinds ik zelf lees en schrijf is de wereld inderdaad voor een deel onttoverd.’ (Onttovering van de Wereld)

Er zijn meer redenen waarom Roma en Sinti families terughoudend zijn om hun kinderen naar school te sturen. Jongens en meisjes, zo is hun ervaring, die voorgezet onderwijs hebben gevolgd worden zo `anders’ dat zij geen Roma vriend of vriendin meer willen.

Verplicht onderwijs kan, antropologisch, gezien worden als een systeem om nieuwe generaties nationaal in te burgeren. Tot lid van onze cultuur, meer Nederlander en minder Roma, te maken. Als deze DOXA wordt onthuld komen ‘alfabetiseringsweerstand’ en schoolgangproblemen in een ander licht te staan.

Een taalkundige categoriseert mensen die wel en niet lezen-schrijven als alfabeten en analfabeten. Als praktiserend antropoloog deel ik deze mensen in als behorend tot schrift- (scriptural) en schriftloze (oral) culturen. Vanuit mijn ervaring met de Roma en Sinti zie ik correlaties tussen schriftloze en trekkende (nomadische) culturen en tussen schrift en stedelijke (sedentaire) samenlevingen.

Met deze indeling ontstaat een ander, minder etnocentrisch, perspectief op analfabetisme. Toegepast op inburgeren van Roma en Sinti leverde het in onze contacten met hen meer vertrouwen op. De vraag: `Kan ik Roma blijven als ik leer lezen en schrijven?’ kon toen pas opkomen onder professionals en Roma inwoners. Al meer dan 100 jaar leveren vele gemeentes inspanningen om participatie van Roma en Sinti aan de Nederlandse samenleving te vergroten. Overigens met bevreemdend beperkt succes. Tot ver in de vorige eeuw betitelden beleidsmakers dit streven als `het beschaven tot volwaardige burgers’.

Wij, beschaafde mensen, hebben met onze alfabetisering, met onze schriftcultuur, nieuwe werkelijkheden geschapen en onze samenlevingen verrijkt. Maar lezen en schrijven als maatlat gebruiken om civilisatie vast te stellen werkt contraproductief om oude en nieuwe landgenoten in te burgeren.

Alfabetisering lijkt mij niet samen te vallen met civilisering. Misschien wel met inburgering. Rondom de nieuwe splijtende discussies over integratie van nieuwkomers is zorgvuldigheid geboden.

(toegevoegd in december 2016)

HIER voor vakartikel over vergroting participatie Roma inwoners Nieuwegein (1998)

HIER voor ‘Analfabetisch Wereldbeeld’: autiobiovignette van Dirck als 9-jarige (1958)